In de praktijk

In sessies van twee halve dagen bepaalden de partners van Jan Van Hecke concrete, werkbare ideeën. Met een open geest en op basis van concrete oplossingen voor de bestaande problemen. Zo kregen praktische details (kanalen, middelen, partners…) een invulling. De partners wilden de kamers bijvoorbeeld om de paar dagen kunnen aanpassen. Patiënten zouden er immers snel weer vertrekken of zelfs sterven. Een videomuur bleek een mogelijke oplossing. In plaats van de kamer te personaliseren door schilderijtjes in de muur te kloppen en foto’s op te hangen, zou de bewoner zijn eigen achtergrond kunnen uploaden op de videomuur.

De belangrijkste evaluatiecriteria: krijgen we dit idee op 1 jaar klaar? En sluit het aan bij de kernwoorden waar in de vorige fases consensus over was? De leden mochten ook ideeën opperen die niet aansloten bij de expertise van de huidige partners. In dat geval zouden ze nieuwe partners aantrekken. De voorwaarde was wel dat de huidige partners toch minstens aan delen van het project zouden kunnen meewerken. Om grip te krijgen op dit grotere project, deelden de leden het in hapklare brokken in. Aan deze deelprojecten wezen ze dan relevante partners toe. Die hadden de keuze: meestappen in het project of ervoor passen. In het laatste scenario werd een concurrent uitgenodigd om mee te doen. Hierbij had de oorspronkelijke partner natuurlijk wel een bepaald vetorecht. Wanneer zo’n deelproject zich buiten de vertrouwde markt van een partner bevond, kon deze er spelers uit die markt bijhalen. De grenzen van welke markt men wilde bespelen, waren wel duidelijk afgebakend. Stel dat de huidige partner alleen in België actief was, dan kon die een Duitse partner aantrekken, specifiek om de Duitse markt te bespelen.

Bekijk ook andere inspirerende voorbeelden