De deelnemers moesten erkennen dat ze zich, ondanks hun verschillen, toch allemaal achter één uitdaging konden scharen: bijdragen tot een innovatieve, toekomstgerichte gezondheidssector. Dankzij dit besef werden de gemeenschappelijke waarden en doelen al snel duidelijk.
Jan was ervan overtuigd dat een denktank kortetermijndoelen moest realiseren om werkbaar te zijn. De gemeenschappelijke kortetermijndoelen (d.w.z. realiseerbaar binnen de 12 maanden) werden bepaald in een massabrainstorm en na clustering. Hiervoor zette Jan mensen uit de grote groep samen in brainstormgroepjes van 5 tot 6 leden. Hij streefde daarbij naar zo veel mogelijk interne verschillen (in termen van sector, leeftijd, expertise, enzovoort). De resultaten van de brainstorm werden geclusterd in kernwoorden. Deze kernwoorden belandden op hun beurt bij een team van 8 tot 10 creatievelingen. Zij voegden ideeën toe en sleutelden aan de formuleringen.
Als gevolg van dit hele proces kregen de oorspronkelijk puur economische doelen een sociale toets. Verder resulteerde het in een inclusievere aanpak: niet alleen de ouderen, maar patiënten in het algemeen zouden de doelgroep vormen. Dit verfijnen en bijstellen van de uitdaging bewijst dat Jan heel wat flexibiliteit aan de dag moest leggen. Alleen met die houding was het mogelijk om een gemeenschappelijke uitdaging te definiëren.